Wijn, een echt natuurproduct

ijn wordt vaak gezien als een luxeproduct, maar in de kern is het een puur natuurproduct. Het ontstaat uit druiven, zonlicht, water en de kennis van de wijnmaker. Zonder toevoeging van kunstmatige aroma’s of kleurstoffen wordt wijn gevormd door natuurlijke processen zoals gisting en rijping. Dat maakt het niet alleen bijzonder om te drinken, maar ook om te begrijpen hoe de natuur haar stempel drukt op iedere fles.

Van wijngaard tot glas

Elke fles wijn begint in de wijngaard. Het klimaat, de bodem en de ligging van de druivenranken bepalen voor een groot deel de smaak. Zo krijgt mooie Barolo wijn uit Piemonte zijn karakter van de Nebbiolo-druif, die hier onder specifieke omstandigheden groeit. De combinatie van frisse berglucht, kalkrijke bodem en lange rijpingstijd zorgt voor de krachtige structuur, verfijnde aroma’s en het bewaarpotentieel waar Barolo om bekendstaat.

In Spanje zien we hoe de natuur een andere kant van wijn laat zien. De tempranillo wijn, vaak afkomstig uit gebieden als Rioja en Ribera del Duero, profiteert van warme dagen en koele nachten. Deze omstandigheden geven de druif zijn balans tussen rijp fruit en frisse zuren. Tempranillo toont aan dat wijn, hoewel gemaakt van dezelfde basis – druiven – toch totaal verschillend kan smaken afhankelijk van waar hij groeit.

De rol van de wijnmaker

Hoewel wijn een natuurproduct is, speelt de wijnmaker een cruciale rol in het proces. Hij of zij beslist over het oogstmoment, de manier van vergisten, het type vat voor rijping en de duur van die rijping. Deze keuzes kunnen de natuurlijke eigenschappen van de druif versterken of juist verzachten.

Wat wijn zo uniek maakt, is dat geen oogstjaar precies hetzelfde is. Elk seizoen brengt nieuwe uitdagingen en kansen. Regen, droogte, zonuren en temperatuurverschillen laten hun sporen na in de druif en dus in de wijn. Dat betekent dat iedere fles een momentopname is van de natuur in dat jaar.

Wijn is daarmee niet alleen een drank, maar ook een verhaal van klimaat, bodem en vakmanschap. Elke slok verbindt je met de plek en het moment waarop hij is ontstaan.